

Breisteken
Wanneer je recht en averecht kunt breien, heb je de basis voor een groot aantal breipatronen onder de knie.
Door een bepaalde afwisseling van rechte en averechte steken ontstaat er al gauw een interessant patroon.
Naast rechte en averechte steken zijn er nog diverse andere manieren om een steek te breien, waardoor nog veel meer mooie breipatronen ontstaan..
Rechte steken, ribbelsteek, ribbelpatroon
Het ribbelpatroon is het eenvoudigste breipatroon. Alle naalden worden met alleen maar rechte steken gebreid, dus recht heen en recht terug.
Het maakt bij dit patroon niet uit hoeveel steken je opzet, het hoeft geen even of juist oneven aantal te zijn.
Het ribbelpatroon is zeer elastisch.
Breed en smal ribbelpatroon
Door een of meer rechte naalden af te wisselen met een aantal averechte naalden krijg je een breed of smal ribbel patroon.
Voor een smal ribbelpatroon brei je de 1e naald recht, 2e naald averecht, 3e naald recht, 4e naald averecht, 5e naald recht, 6e naald recht. Deze 6 naalden herhaal je.
Voor een breed ribbelpatroon brei je de 1e naald averecht, 2e naald recht, 3e naald averecht, 4e naald recht, 5e naald averecht, 6e naald averecht, 7e naald recht, 8e naald averecht, 9e naald recht, 10e naald averecht. Deze 10 naalden herhaal je
Tricotsteek
Dit is het meest gebruikte breipatroon. Rechte steken heen en averechte steken terug breien.
Bij de averechte steek houd je de draad tussen het brei werk en jezelf. Het maakt bij dit patroon niet uit hoeveel steken je opzet, het hoeft geen even of juist oneven aantal te zijn.
Met de averechtse tricosteek wordt de achterkant van de tricotsteek bedoeld, die eruit ziet als een ribbelsteek..
Kantsteek
De kantsteek is de eerste steek en de laatste steek van een naald, voor deze steken volg je dan niet het breipatroon.
Een kantsteek zorgt ervoor dat je je breiwerk later makkelijker en mooier aan elkaar kunt naaien en dat het breiwerk minder snel opkrult.
Voor een "Kettingrand" haal je de eerste steek van de naald averecht af en de laatste steek van de naald brei je steeds recht. Deze kantsteek gebruik wanneer je later de steken van deze rand moet gaan opnemen.
Voor een "Knopjesrand" haal je de eerste steek van de naald steeds recht af en brei je de laatste steek van iedere naald recht.
Boordpatroon
Een boordpatroon is een elastisch patroon. Dit wordt bijvoorbeeld gebruikt voor boorden, sjaal en mutsen.
Je kunt het boordpatroon smal of breed breien
Voor een smal boordpatroon brei je de heengaande naalden steeds 1 steek recht en 1 steek averecht. In de teruggaande naald brei je steeds recht boven recht en averecht boven averecht.
Voor een breed boordpatroon brei je de heengaande naalden steeds 2 (of meer) steken recht en 2 (of meer) steken averecht. In de teruggaande naald brei je steeds recht boven recht en averecht boven averecht.
Patentsteek
Het patent patroon is een variatie op het boordpatroon. Ook het patentpatroon is erg elastisch.
Er zijn meerdere soorten patentpatronen zoals het valse patentpatroon en meerdere variaties op het patentpatroon.
Vals patentpatroon
Het valse patentpatroon is het eenvoudigste patentpatroon. Voor het valse patentpatroon moet het aantal steken wat je opzet deelbaar zijn door vier.
De eerste naald brei je als volgt: brei 3 steken recht, brei 1 steek averecht. Herhaal deze vier steken tot het einde van de naald.
De tweede naald brei je als volgt: brei 2 steken recht, brei 1 steek averecht en brei 1 steek recht. Herhaal deze vier steken tot het einde van de naald.
Deze twee naalden blijven herhalen.
Patentpatroon
Zet een aantal steken op wat deelbaar is door twee.
Eerste naald: brei 1 steek recht, haal 1 steek af met een omslag, zoals je bij averecht breien doet. (Je hebt dan dus afgehaalde steek en een omslag). Herhaal deze twee steken tot het einde van de naald.
Tweede naald: Brei de afgehaalde steek van de vorige naald samen met de omslag (het wordt dus wer 1 steek nu), haal 1 steek af met een omslag, zoals je bij averecht breien doet.
Herhaal nu verder alleen deze tweede naald.
Gerstekorrel
Het gerstekorrel patroon levert op een simpele manier een leuk relief op.
De eerste naald brei je 1 steek recht en 1 steek averecht. In de tweede naald laat je de steken verspringen en brei je een rechte steek boven een averechte steek en een averechte steek boven een rechte steek.
Dubbele gerstekorrel
Bij de dubbele gerstekorrel brei je de eerste naald 1 steek recht en 1 steek averecht. In de tweede naald brei je recht boven recht en averecht boven averecht.
Pas in de derde naald laat je de steken verspringen en brei je recht boven averecht en averecht boven recht. De vierde naald brei je weer recht boven recht en averecht boven averecht.
Deze vier naalden blijf je herhalen.
Blokpatroon
Bij het blokpatroon wisselen blokken recht en averecht elkaar af. Zet een aantal steken op wat deelbaar is door 10 en daarbij 5 extra steken en 2 kantsteken.
Eerste naald: 1 kantsteek, *brei 5 steken recht en dan 5 steken averecht. Herhaal dit patroon vanaf * Brei als laatste weer een kantsteek.
Tweede naald: (recht boven recht en averecht boven averecht breien) 1 kantsteek, * brei 5 steken averecht en dan 5 steken recht. Herhaal dit patroon vanaf * Brei als laatste weer een kantsteek.
Derde naald: (recht boven recht en averecht boven averecht breien) 1 kantsteek, *brei 5 steken recht en dan 5 steken averecht. Herhaal dit patroon vanaf * Brei als laatste weer een kantsteek.
Vierde naald: (recht boven recht en averecht boven averecht breien) 1 kantsteek, * brei 5 steken averecht en dan 5 steken recht. Herhaal dit patroon vanaf * Brei als laatste weer een kantsteek.
Vijfde naald: (recht boven recht en averecht boven averecht breien) 1 kantsteek, *brei 5 steken recht en dan 5 steken averecht. Herhaal dit patroon vanaf * Brei als laatste weer een kantsteek.
Zesde naald: (recht boven recht en averecht boven averecht breien) 1 kantsteek, * brei 5 steken averecht en dan 5 steken recht. Herhaal dit patroon vanaf * Brei als laatste weer een kantsteek.
Zevende naald: (nu verspringt het patroon) 1 kantsteek,* 5 steken averecht en dan 5 steken recht. Herhaal dit patroon vanaf * Brei als laatste weer een kantsteek.
Achtste naald: (recht boven recht en averecht boven averecht breien) 1 kantsteek, *brei 5 steken recht en dan 5 steken averecht. Herhaal dit patroon vanaf * Brei als laatste weer een kantsteek.
Negende naald: (recht boven recht en averecht boven averecht breien) 1 kantsteek, * brei 5 steken averecht en dan 5 steken recht. Herhaal dit patroon vanaf * Brei als laatste weer een kantsteek.
Tiende naald: (recht boven recht en averecht boven averecht breien) 1 kantsteek, *brei 5 steken recht en dan 5 steken averecht. Herhaal dit patroon vanaf * Brei als laatste weer een kantsteek.
Elfde naald: (recht boven recht en averecht boven averecht breien) 1 kantsteek, * brei 5 steken averecht en dan 5 steken recht. Herhaal dit patroon vanaf * Brei als laatste weer een kantsteek.
Twaalfde naald: (recht boven recht en averecht boven averecht breien) 1 kantsteek, *brei 5 steken recht en dan 5 steken averecht. Herhaal dit patroon vanaf * Brei als laatste weer een kantsteek.
Deze twaalf naalden blijf je herhalen tot de gewenste lengte is bereikt.








